cory-bouthillette-152734-unsplash-845×321

De herfst is een prachtig seizoen. De zomer wordt afgesloten, en af en toe zorgt de zon nog voor heerlijke zomerse temperaturen. Maar die laagstaande zon kan ook een niet te onderschatten risico met zich meebrengen.

Bij opkomst in de ochtend en bij zonsondergang aan het eind van de dag staat de zon erg laag, waardoor het zonlicht hinderlijk in je ogen kan schijnen. Je wordt hierdoor verblind. Door het tegenlicht zie je de auto’s voor je eigenlijk alleen maar in zwart/wit en – nog veel belangrijker – zijn vaak de remlichten en knipperlichten van je voorgangers moeilijk te zien. Oppassen dus!

De zonneklep heb je natuurlijk al in gebruik, maar in de herfst schijnt de zon daar vaak onderdoor. Hoe ga je daar goed mee om?

Zorg voor schone ramen

Vuil en strepen op je voorruit zorgen voor nog meer hinder als de zon laag staat. Zorg dus voor schone ramen aan de buiten- én binnenkant. Als je een bril draagt, geldt daar natuurlijk hetzelfde voor.

Draag een goede zonnebril

De laagstaande zon verandert het zicht op de auto’s voor je; je ziet ze bijna alleen in zwart/wit. Een eenvoudige zonnebril zou dit effect zelfs nog kunnen versterken. De omgeving wordt dan nog donkerder, en het risico op een ongeval stijgt eerder dan dat het afneemt. Bescherm je ogen tegen de schittering en het reflecterende licht, en gebruik een zonnebril met UV-bescherming of gepolariseerde glazen.

Anticiperend rijden

De rem- en knipperlichten van je voorgangers zijn slecht te zien, dus bewaar afstand. Houd ook rekening met het feit dat de auto’s achter je, evenals fietsers en voetgangers, hetzelfde probleem hebben. Rij wat langzamer en gebruik je lichten, zodat je in ieder geval beter zichtbaar bent voor andere weggebruikers.